Tekst Michiel Zonneveld
Foto Het Nationaal Militair Museum (NMM) op de voormalige vliegbasis Soesterberg ontving in januari, ruim twee weken na de opening door koning Willem-Alexander, zijn 50.000e bezoeker. Foto: Corné Bastiaansen
Yvonne van der Brugge heeft als directeur portefeuillestrategie en portefeuillemanagement een even uitdagende als ingewikkelde opdracht. Met haar directie moet ze antwoord geven op de vraag wat de beste vastgoedstrategie is. Het gaat dan om vragen als: hoeveel van de huidige 13,3 miljoen vierkante meter vloeroppervlak vastgoed hebben we straks nog nodig? Hoe kan dat op de lange termijn het beste worden beheerd? Hoe draag je bij aan de duurzaamheid en veiligheid van dat vastgoed? En niet op de laatste plaats: hoe houden we rekening met het maatschappelijk rendement?

Verschillende rollen
Van der Brugge: 'Wat het beeld voor de buitenstaander wellicht ingewikkeld maakt is dat we niet voor al het rijksvastgoed dezelfde rol vervullen. Als je kijkt naar de kantoren dan zijn wij als Rijksvastgoedbedrijf de eigenaar én beheerder en doen we dus eigenlijk alles. Bij het vastgoed van Defensie zitten we in een adviesrol. Dus we adviseren Defensie over hoe ze met hun portefeuille omgaan en hoe ze die portefeuille kunnen onderhouden. Vervolgens kunnen ze ons dan weer de opdracht geven dat onderhoud uit te voeren.'
Meer mensen op cel
'De derde hoofdmoot van de vastgoedportefeuille zijn bijvoorbeeld gevangenissen of andere penitentiaire inrichtingen. Ook daar hebben we weer net een andere rol. Daar zijn wij de eigenaar van het gebouw, maar de Dienst Justitiële Inrichtingen (V&J) bepaalt, in overleg met en na advies van ons, wat er gebeurt.’ Als voorbeeld noemt ze de discussie over de gevolgen die de keuze om vaker meer mensen op een cel te plaatsen moet hebben voor het wel of niet afstoten van gevangenissen. ‘Wij weten op basis van onze vastgoed-expertise welke gevangenissen het best kunnen worden aangepast, en bij welke gevangenissen dat niet kan en dus wellicht beter kunnen worden afgestoten. De uiteindelijke keuze is natuurlijk voor DJI op basis van hun bedrijfsvoering.’
‘Minder rijkskantoren: 136 miljoen euro besparing per jaar’
Minder kantoren
De toegevoegde waarde van het Rijksvastgoedbedrijf in al die rollen is dat ze drie vormen van deskundigheid in zich verenigt. Van der Brugge ‘Om te beginnen kennen we de klanten goed. Op de tweede plaats zijn we op de hoogte van de politiek-bestuurlijke context. En we weten veel van vastgoed.’ Een voorbeeld waarin die toegevoegde waarde zich concreet uitbetaalde is volgens haar de besparing op kantorenportefeuille. ‘We zijn er in onze masterplannen in geslaagd om meer ambtenaren op een goede manier in minder gebouwen te krijgen. Daardoor is het mogelijk om 136 miljoen euro per jaar te besparen.’
In 2015 is verder in totaal 120 miljoen aan overtollig vastgoed verkocht. Het grootste deel van dit bedrag is afkomstig van de verkoop van het voormalig Paleis van Justitie (61 miljoen).
Nieuw stelsel, nieuwe strategie
In 2015 is hard gewerkt aan een nieuw rijkshuisvestingsstelsel voor kantoren. Dat is vanaf 2016 van start gegaan. In dit nieuwe stelsel zijn de huur- en verhuurrelaties tussen de ministeries en het Rijksvastgoedbedrijf anders geregeld, maar dan zo dat het voor iedereen veel meer duidelijkheid geeft.
Van der Brugge: ‘Een andere grote opgave was het ontwikkelen van een strategische visie op het totale vastgoedbeheer, de vastgoedportefeuillestrategie. We hebben een vijftal uitgangspunten waarop we sturen.’ Ze somt de punten op: 'duurzaamheid is een belangrijke factor. De veiligheid en kwaliteit van het vastgoed. De aard en omvang van de portefeuille, waarbij rekening wordt gehouden met de wensen van de politiek. En het maatschappelijk rendement.’
Maatschappelijk rendement
Dit laatste punt weegt zwaar in de afwegingen van het Rijksvastgoedbedrijf, zegt Van der Brugge. ‘Tot 2020 gaan we 3 miljoen vierkante meter aan gebouwen verkopen. Je kan er dan voor kiezen gebouwen aan de hoogste bieder te verkopen. Maar je kan bijvoorbeeld ook rekening houden met de beleidsdoelen die de overheid heeft of het effect op de omgeving. Denk bijvoorbeeld aan de krimpgebieden. Je stelt je dan de vraag: wat voor gevolg heeft de verkoop van vastgoed op bijvoorbeeld de economie van zo’n gebied?'
‘Als zij wonen en zorg willen promoten, kunnen we daarop sturen’
Lelystad
'Heel concreet speelt de vraag naar het maatschappelijk rendement bij het afstoten van vier gebouwen in Lelystad. De economie in die stad ontwikkelde zich de laatste jaren minder snel. Als we die gebouwen zomaar verkopen kan dat negatieve effecten op de leefbaarheid en de economie van Lelystad hebben. Daarom zijn we met het stadsbestuur en de provincie in overleg gegaan en hebben we samen gewerkt aan de visie op de ontwikkeling van de stad en hoe onze gebouwen daarin van betekenis kunnen zijn. Dus als zij bijvoorbeeld wonen en zorg willen promoten, kunnen we daar in het verkoopproces op sturen.’
Motto
Het koppelen van vastgoedontwikkeling aan sociale vraagstukken sluit nauw aan bij Van der Brugges vorige baan als directeur gebiedsontwikkeling bij woningbouwcorporatie Vidomes. ‘Daar was ik veel bezig met buurten en wijken waar sociale problemen zijn. Je was permanent met burgemeesters en wethouders in gesprek. Dat is ook de reden dat ik me goed kan vinden in ons motto: het Rijksvastgoedbedrijf zet vastgoed in voor de realisatie van rijksoverheidsdoelen, in samenwerking met, en met oog voor de omgeving.’
PuRE-net
PuRE-net is het public real estate network waarin 18 Europese landen zijn vertegenwoordigd. In november 2015 werd Van der Brugge benoemd tot president. Het doel is kennis te delen en thema’s als duurzaamheid en het omgaan met nieuwe Europese wetgeving op de agenda te zetten. ‘Dit soort samenwerking met andere overheden is vanuit het oogpunt van beheer heel belangrijk’, legt Van der Brugge uit. ‘De reden is dat overheidsgebouwen vaak een bijzonder karakter hebben. ‘Dan heb ik het niet over de kantoren, maar over wat wij de ‘specialties’ noemen, zoals gevangenissen en musea’. In de particuliere vastgoedsector is de kennis daarover relatief beperkt. Met andere overheden kunnen we ervaringen uitwisselen en benchmarks voor bijvoorbeeld kwaliteit en exploitatie opzetten.’
De portefeuille van het Rijksvastgoedbedrijf bestaat onder andere uit gevangenissen, rechtbanken, kazernes, vliegvelden, defensieterreinen, ministeries, havens, belastingkantoren, monumenten, musea en paleizen.
- Klik hieronder op de > pijlen in de foto of op de bullets onder de foto's en bekijk een deel van onze portefeuille.